uitbroedde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitbroedde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitbroedde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitbroedde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitbroedde is hier. De definitie van het woord uitbroedde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitbroedde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • uit·broed·de
vervoeging van
uitbroeden

uitbroedde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbroeden
    • ... dat ik uitbroedde. 
    • ... dat jij uitbroedde. 
    • ... dat hij, zij, het uitbroedde.