uitkleedde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitkleedde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitkleedde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitkleedde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitkleedde is hier. De definitie van het woord uitkleedde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitkleedde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • uit·kleed·de
vervoeging van
uitkleden

uitkleedde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitkleden
    • ... dat ik uitkleedde. 
    • ... dat jij uitkleedde. 
    • ... dat hij, zij, het uitkleedde.