uitslover
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitslover. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitslover, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitslover in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitslover is hier. De definitie van het woord uitslover zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitslover, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- uit·slo·ver
- Naamwoord van handeling van uitsloven met het achtervoegsel -er [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | uitslover | uitslovers |
| verkleinwoord | uitslovertje | uitslovertjes |
de uitslover m
- (pejoratief) iemand die zich op overdreven wijze inspant en dat ook duidelijk toont aan het boven hem gestelde gezag
- Die uitslover haalde allemaal negens en tienen terwijl een zesje toch ook voldoende is.
1.
- Het woord uitslover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitslover" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ uitslover op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
