Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
uittrok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
uittrok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
uittrok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
uittrok is hier. De definitie van het woord
uittrok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
uittrok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
uittrok
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uittrekken
- ... dat ik uittrok.
- ... dat jij uittrok.
- ... dat hij, zij, het uittrok.
- ▸ De naad in mijn onderbroek veroorzaakte zoveel pijn dat ik hem uittrok en die avond op het kampvuur ritueel verbrandde.[1]
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers