Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
uittrekken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
uittrekken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
uittrekken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
uittrekken is hier. De definitie van het woord
uittrekken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
uittrekken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
uittrekken
- overgankelijk van je lichaam af halen, kleding afleggen
- Hij had zijn jas uitgetrokken.
- ▸ Er viel as van mijn sigaret op mijn pantalon terwijl ik de naam van die stad uitsprak. Hij had het gezien en voordat ik kon protesteren, had hij een van zijn witte handschoenen uitgetrokken en wijdde hij zich met volledige aandacht aan het werkje om mijn broekspijp daarmee af te kloppen. Hij had magere, donkere handen.[1]
- ▸ De naad in mijn onderbroek veroorzaakte zoveel pijn dat ik hem uittrok en die avond op het kampvuur ritueel verbrandde.[2]
- overgankelijk uit iets anders trekken
- Om die splinter uit te trekken kun je beter een pincet gebruiken.
- overgankelijk een kort overzicht maken van
- Hij had voor zijn examen een hele reeks boeken uitgetrokken.
- overgankelijk er tijd of geld voor beschikbaar stellen
- Er werd een week voor uitgetrokken.
- overgankelijk lostrekken, wegtrekken
- ergatief weggaan uit
- Ze waren dat land uitgetrokken.
1. van je lichaam af halen
2. uit iets anders trekken
3. een kort overzicht maken van
- Duits: einen Auszug machen, ein Exzerpt machen
|
|
|
4. er tijd of geld voor beschikbaar stellen
5. lostrekken, wegtrekken
99 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[3]
|