vakbondsvrouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vakbondsvrouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vakbondsvrouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vakbondsvrouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vakbondsvrouw is hier. De definitie van het woord vakbondsvrouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvakbondsvrouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vak·bonds·vrouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakbondsvrouw vakbondsvrouwen
verkleinwoord

de vakbondsvrouwv

  1. vrouw die in dienst is van de vakbond
     Het besluit volgt op een week vol commotie rond Krol en het AOW-standpunt van 50Plus. De komende veertien dagen zullen Martin van Rooijen (plaats 3) en oud-vakbondsvrouw Corrie van Brenk (4) vaker naar voren worden geschoven. De nummer 2 van de lijst, Léonie Sazias, is uitgevallen na een operatie.[1]
     Vakbond FNV schat dat 85 tot 90 procent van de chauffeurs in de regio's het werk heeft neergelegd. "In Limburg en Friesland rijden helemaal geen bussen meer", zegt vakbondsvrouw Paula Verhoef.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Agenda Henk Krol uitgedund” (Dinsdag 28 februari 2017, 15:26), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Opnieuw stakingen in het streekvervoer” (Donderdag 31 mei 2018, 09:10), NOS