Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vrouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vrouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vrouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vrouw is hier. De definitie van het woord
vrouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vrouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘voorname vrouw, dame’ voor het eerst aangetroffen in 1151.
- , : erfwoord: Middelnederlands vrouwe ‘heerseres, voorname/adellijke dame, meesteres’, uit Oudnederlands frouwa, ontwikkeld uit Oergermaans *frawjōn, een afleiding van *frawan- ‘heer’ (waaruit Oudsaksisch frō en Oudengels frēa), bij Indo-Europees *preh₃-u̯o-, waartoe ook Tsjechisch pravý ‘recht, juist’, Oudgrieks prānḗs ‘voorwaarts geneigd’ en Sanskriet pravaṇáḥ ‘voorwaarts geneigd, neerhellend’ behoren. Evenals Nederduits Fro, Duits Frau en Fries frou(we).
- : in de betekenis ‘echtgenote’ aangetroffen vanaf 1512.
- : in de betekenis ‘speelkaart met vrouwfiguur’ aangetroffen vanaf 1712.
de vrouw v
- (biologie) volwassen mens van het vrouwelijk geslacht
- ▸ De vrouw schrok. 'Wat doèn jullie hier?'
- ▸ Hier was het nog lastiger omdat er twee mensen naast mij lagen, waarvan één tot overmaat van ramp de enige aanwezige vrouw was.
- (pregnant), (familie), (juridisch) vrouwelijke partner in een blijvende relatie
- Op het feest werd ik aan zijn vrouw voorgesteld.
- (verouderd), (maatschappij) iemand van het vrouwelijk geslacht met veel aanzien, met een hoge maatschappelijke stand (bijv. van adel)
- (kaartspel) speelkaart waarop een vrouwelijke figuur (vaak een koningin) staat afgebeeld
1. een volwassen vrouwelijke mens
2. de vrouwelijke partner in een huwelijk
- Afrikaans: eggenote (af)
- Catalaans: dona (ca) v
- Duits: Frau (de) v, Ehefrau (de) v, Gattin (de) v, Gemahlin (de) v
- Engels: wife (en)
- Esperanto: edzino (eo) v
- Faeröers: kona (fo) v, vív (fo) o
- Fins: rouva (fi)
- Frans: femme (fr) v, épouse (fr) v, conjointe (fr) v
- Grieks: γυναίκα (el) (yinèka), σύζυγος (el) (sizigos)
- Georgisch: ცოლი (ka) (ṩoli)
- Iers: bean chéile (ga) v
- IJslands: kona (is)
- Indonesisch: istri (id)
- Italiaans: moglie (it) v
- Japans: 夫人 (ja), 妻 (ja)
- Latijn: uxor (la) v, coniux (la) v/m, mulier (la) v, femina (la) v
|
|
|
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ Weblink bron “Wijf, vrouw, queen en kween” op taalaandewwandel.com
- ↑ vrouw op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 5,0 5,1 "vrouw" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 13
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vrouw
- (biologie) vrouw; een volwassen vrouwelijke mens
- vrouw; de vrouwelijke partner in een huwelijk
vrouw
- (biologie) vrouw; een volwassen vrouwelijke mens
- vrouw; de vrouwelijke partner in een huwelijk