buurvrouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord buurvrouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord buurvrouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je buurvrouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord buurvrouw is hier. De definitie van het woord buurvrouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbuurvrouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • buur·vrouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurvrouw buurvrouwen
verkleinwoord buurvrouwtje buurvrouwtjes

de buurvrouwv

  1. vrouw woonachtig in het belendende huis
    • De buurvrouw kwam even koffiedrinken. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


buurvrouw

  1. buurvrouw; vrouw woonachtig in het belendende huis


buurvrouw

  1. buurvrouw; vrouw woonachtig in het belendende huis