vastendag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vastendag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vastendag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vastendag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vastendag is hier. De definitie van het woord vastendag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvastendag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • vas·ten·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord vastendag vastendagen
verkleinwoord

de vastendagm [2]

  1. dat dat men niet eet of bepaald voedsel niet eet
     'U eet geen vlees, tante,' vroeg Nimue, 'is het een vastendag?' Morgaine herinnerde zich plotseling hoe zij Viviane had ondervraagd.[3]
     Hij regelde dat de eerste woensdag van elke maand een plechtige vastendag werd om te bidden voor verlossing van de pest.[4]
  2. (religie) dag van de vastentijd