veehandelaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord veehandelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord veehandelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je veehandelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord veehandelaar is hier. De definitie van het woord veehandelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanveehandelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vee·han·de·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord veehandelaar veehandelaars
veehandelaren
verkleinwoord veehandelaartje veehandelaartjes

de veehandelaarm

  1. (beroep) (veeteelt) iemand die vee koopt en verkoopt
     Elke keer dat er een nieuwe veedrijver op de boerderij kwam of er een veehandelaar langskwam, vroegen ze haar hoe ze hier verzeild was geraakt, zo ver van huis.[2]
     In oktober werden al 110 verwaarloosde pony's en paarden bij de man weggehaald. Hij kreeg een werkstraf en een voorwaardelijk gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast mocht hij geen dieren meer houden en mocht hij het beroep van veehandelaar nooit meer uitoefenen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. SOPHIE GREEN (vert.Els Franci-Ekeler)
    “De leesclub aan het einde van de wereld” (2019), Uitgeverij De Fontein op Wikipedia, ISBN 9789026144929
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 april 2022 Weblink bron “Veehandelaar opnieuw in de fout” (01-05-2014), NOS