visboer
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord visboer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord visboer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je visboer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord visboer is hier. De definitie van het woord visboer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvisboer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- vis·boer
- samenstelling van vis en boer
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | visboer | visboeren |
| verkleinwoord | visboertje | visboertjes |
de visboer m
- (beroep) een handelaar die gespecialiseerd is in de verkoop van vis
- We gaan even naar de visboer.
1. een handelaar die gespecialiseerd is in de verkoop van vis
- Het woord visboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "visboer" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
