visserspink

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord visserspink. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord visserspink, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je visserspink in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord visserspink is hier. De definitie van het woord visserspink zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvisserspink, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


visserspink
  • vis·sers·pink
enkelvoud meervoud
naamwoord visserspink visserspinken
verkleinwoord visserspinkje visserspinkjes

de visserspinkm [1]

  1. zeilboot voor vissers
     In het holst van de nacht vluchtte stadhouder Willem V per visserspink naar Engeland.[2]
     Hij heeft veel geleerd, sinds hij achttien jaar geleden met zijn vader in een visserspink naar Engeland moest vluchten, hij kent de ondank en de onbetrouwbaarheid van hen die zich de dienaars en de vrienden van zijn Huis noemden en vergeten heeft hij niets.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
  3. Johanna van Ammers-Küller
    “Tavelinck-trilogie” (1970), Strengholt, ISBN 9060101723