Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vlasser. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vlasser, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vlasser in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vlasser is hier. De definitie van het woord vlasser zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvlasser, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
(beroep) iemand die werkzaam is in de vlasteelt en vlasbewerking
De Zeeuwse klei was zeer geschikt om vlas te verbouwen en Dreischor was begin twintigste eeuw het centrum van de vlasteelt op Schouwen-Duiveland. Zo’n zeventig ‘vlassers’ in het dorp kochten het gewas op bij de boeren in de omgeving en bewerkten het. [2]
Maurice Vandeputte: 'De stiel is kapot. Ik zit al 45 jaar in het vak. Mijn ouders waren vlassers, maar ik moest beenhouwer worden, dat vonden ze een beroep met toekomst. Ik ben van Zele. Toen ik begon, waren er 46 beenhouwers, nu zijn er nog vijf. De concurrentie van de supermarkten, hé mevrouw. Ach, ze maken het ons ook zo lastig, met al dat papierwerk dat we moeten invullen.' [3]
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
