vri'jdag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vri'jdag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vri'jdag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vri'jdag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vri'jdag is hier. De definitie van het woord vri'jdag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvri'jdag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


enkelvoud meervoud
naamwoord vri'jdag vri'jdagen
verkleinwoord

vri'jdag

  1. (tijdrekening)(dag) vrijdag; een dag van de week die na donderdag en voor zaterdag komt


enkelvoud meervoud
naamwoord vri'jdag vri'jdagen / vri'jdaege
verkleinwoord

vri'jdag

  1. (tijdrekening)(dag) vrijdag; een dag van de week die na donderdag en voor zaterdag komt


vri'jdag

  1. (tijdrekening)(dag) vrijdag; een dag van de week die na donderdag en voor zaterdag komt


vri'jdag

  1. (tijdrekening)(dag) vrijdag; een dag van de week die na donderdag en voor zaterdag komt


vri'jdag

  1. (tijdrekening)(dag) vrijdag; een dag van de week die na donderdag en voor zaterdag komt