Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vrijeberoepsbeoefenaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vrijeberoepsbeoefenaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vrijeberoepsbeoefenaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vrijeberoepsbeoefenaar is hier. De definitie van het woord
vrijeberoepsbeoefenaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vrijeberoepsbeoefenaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- vrije·be·roeps·be·oe·fe·naar
de vrijeberoepsbeoefenaar m
- (beroep) iemand die als zelfstandige in een bepaald vak diensten verleent
- ▸ Belanghebbende heeft zich op het standpunt gesteld dat hij met betrekking tot deze werkzaamheden moet worden aangemerkt als ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (…), omdat hij als vrijeberoepsbeoefenaar zelfstandig een bedrijf uitoefent.[1]
- ▸ Voor de verrichtingen van de vrijeberoepsbeoefenaar gelden in beleidsregels vastgelegde maximumtarieven.[2]
- De Woordenlijst Nederlandse taal uit 1996 vermeldde alleen de uitspraakvariant "vrijeberoepsbeoefenaar", vanaf 2006 is daarentegen alleen de variant "vrijberoepsbeoefenaar" opgenomen.
- ↑ Weblink bron
Hoge Raad
“uitspraak in zaak 18/00873” (28 februari 2020) op rechtspraak.nl
- ↑ Weblink bron
Rudo van den Brink & Antonet Dortmans
“Zorgelijke tarieven” (29 mei 2002) op medischcontact.nl