wandeldag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wandeldag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wandeldag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wandeldag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wandeldag is hier. De definitie van het woord wandeldag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwandeldag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·del·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandeldag wandeldagen
verkleinwoord wandeldagje wandeldagjes

Zelfstandig naamwoord

de wandeldagm

  1. een dag dat men wandelt
    • Tijdens de vakantie hadden we om de dag een wandeldag. 
    • Na een lange wandeldag waren de ouders meer vermoeid dan de kinderen. 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be