wasgeld

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wasgeld. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wasgeld, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wasgeld in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wasgeld is hier. De definitie van het woord wasgeld zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwasgeld, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • was·geld
enkelvoud meervoud
naamwoord wasgeld wasgelden
verkleinwoord

het wasgeldo

  1. geld dat men moet betalen voor het laten doen van de was
    • Van het salaris werd maandelijks 45 euro ingehouden voor lunches en 12,50 euro wasgeld [2] 
    • Terug in de kleedkamer stonden de zweetparels op zijn voorhoofd. De materiaalman kwam langs voor tweeënhalve euro wasgeld per persoon. Wasgeld? Daar had Quintis nog nooit van gehoord. Hij toverde zijn grootste lach weer tevoorschijn en hij legde de muntjes op tafel. Ik keek naar de tevreden kop van onze nieuwe keeper en besefte weer wat voetballen moet zijn: in de buitenlucht fanatiek tegen een bal trappen met een paar aardige jongens. [3] 
89 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[4]