weefstoel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord weefstoel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord weefstoel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je weefstoel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord weefstoel is hier. De definitie van het woord weefstoel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanweefstoel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
weefstoel
  • weef·stoel
enkelvoud meervoud
naamwoord weefstoel weefstoelen
verkleinwoord

de weefstoelm

  1. handweefgetouw waaraan de wever zit als hij weeft
    • "Het zou zonde zijn als dit vak helemaal zou verdwijnen", meent de Needenaar. Daarom zit hij in zijn vrije tijd geregeld achter de 17e-eeuwse weefstoel van boerderijmuseum De Lebbenbrugge in Borculo. En is hij op zoek naar enthousiaste vrijwilligers, die van hem de kneepjes van het vak willen leren. Want hij vindt dat je op een weefstoel in een museum het ambacht in de praktijk moet demonstreren. [2] 
    • Voordat de stugge stengels een beetje op vezels beginnen te lijken komen er onalledaagse werkwoorden aan te pas: men moet zwingelen, hekelen, repelen en roten. Als je niet oppast, is het al bijna poëzie. De fakkelvormige plukken vlasvezel worden vervolgens tot lange, dunne draden gesponnen. Dan pas gaat de wever aan zijn weefstoel zitten, om de kettingdraden op te spannen voor het weven van het tafellinnen. [3] 
82 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]