weektaak

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord weektaak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord weektaak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je weektaak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord weektaak is hier. De definitie van het woord weektaak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanweektaak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • week·taak
enkelvoud meervoud
naamwoord weektaak weektaken
verkleinwoord

de weektaakv / m

  1. werkzaamheden die men in een week moet doen
     Zo neemt hij zijn stukken door, leest de mail, schrijft toespraken. Het raadswerk is een halve weektaak. De andere helft is hij rijksambtenaar in Den Haag.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “'Als raadslid ben je de sukkel'” (Zaterdag 16 januari 2010, 11:33), NOS