wiebelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wiebelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wiebelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wiebelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wiebelen is hier. De definitie van het woord wiebelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwiebelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wie·be·len
  • In de betekenis van ‘wankelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]

wiebelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wiebelen
wiebelde
gewiebeld
zwak -d volledig
  1. inergatief heen en weer bewegen bij staan of zitten
    • Het onrustige kind wiebelde de hele dag op haar stoel. 
  2. inergatief onzeker staan
    • De vaas wiebelde en viel in stukken op de grond. 
     Die op elkaar gepakte suikerdoosjes van huizen in Trovill, die wiebelden als je de deur dichtsloeg en waar ze geen eigen water hadden, stelden niets voor.[2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]