wielrende

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wielrende. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wielrende, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wielrende in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wielrende is hier. De definitie van het woord wielrende zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwielrende, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wiel·ren·de
vervoeging van
wielrennen

wielrende

  1. enkelvoud verleden tijd van wielrennen
    • Ik wielrende. 
    • Jij wielrende. 
    • Hij, zij, het wielrende. 
    • De renner van de ARC Ulysses wil nu gauw van alles veranderen. Tot nu toe wielrende hij maar op goed geluk af. Trainde wanneer hem dat uitkwam en wilde expres niets weten van onderdak in een sponsorploeg. [1]
    • Terwijl jij op je dooie gemak van de Kamer naar den raad en van den raad naar de Kamer kuierde, wielrende Kornelis ter Laan je voorbij, en was er dus veel vroeger aan jij. [2]