Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
wijdheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
wijdheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
wijdheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
wijdheid is hier. De definitie van het woord
wijdheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
wijdheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de wijdheid v
- de mate waarin iets wijd is
- Sinds Adam zijn wij allen niet meer dan armetierige zondaren. Wij zijn niet beter dan andersdenkenden. Als wij al beter weten, is dat genade. Pure gratie en geen prestatie. Waar dit wordt beleefd, ontstaat mildheid over anderen. „In hun beste vertegenwoordigers vertonen zij een innigheid en wijdheid van het hart, een brede, alles omsluitende mildheid, waar men niet zonder ontroering naar kan kijken”, schreef dr. A. A. van Ruler op bijna poëtische wijze. [2]
- Dan is er de wijdheid van het beeld. Alle aanwezigheid van mensen beperkt de horizon. Spitsuren, zaterdagmiddagen hebben geen horizon. Dat zie je pas goed aan het tegendeel; in Amsterdam op iedere zondagmorgen als langs de grachten maar weinig auto's geparkeerd staan. Het stadsbeeld, vrij van blik, geeft een ruimtelijke sensatie die je als het ware diep doet ademhalen door je ogen. Deze foto's veroorzaken een bevrijding op het netvlies. [3]
68 % |
van de Nederlanders;
|
69 % |
van de Vlamingen.[4]
|