wijnbouwer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wijnbouwer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wijnbouwer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wijnbouwer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wijnbouwer is hier. De definitie van het woord wijnbouwer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwijnbouwer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Henk Breugem is de wijnbouwer van Wijngaard aan de Breede Beek op Wikipedia (nl).
  • wijn·bou·wer
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnbouwer wijnbouwers
verkleinwoord - -

de wijnbouwerm

  1. (beroep) iemand die druiven teelt om wijn van te maken
     Bierland België staat niet bekend om zijn wijn. Toch is Houben niet de enige professionele wijnbouwer in het land. In de Middeleeuwen werd al volop wijn gemaakt in België.[2]
     Het consumentenprogramma Kassa besteedde in september aandacht aan Hollandse wijnen en hield een wijntest: drie experts proefden twee soorten, gemaakt door vijf Nederlandse wijnbouwers.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 januari 2021 Weblink bron
    Anouk van Kampen
    “Wijn met een ‘biertintje’, zo probeert de Belgische wijnbouwer op te vallen” (11 augustus 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 8 januari 2021 Weblink bron
    Rinskje Koelewijn
    “De musicus werd wijnmaker” (23 oktober 2020) op nrc.nl op Wikipedia