wik

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wik is hier. De definitie van het woord wik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wik
enkelvoud meervoud
naamwoord wik wikken
verkleinwoord wikje wikjes

de wikv / m

  1. een doodlopend stuk sloot dat als haventje kan fungeren
  2. datgene wat op een waag gewogen wordt
vervoeging van
wikken

wik

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wikken
    • Ik wik. 
  2. gebiedende wijs van wikken
    • Wik! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wikken
    • Wik je? 
72 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be