Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
winkelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
winkelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
winkelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
winkelen is hier. De definitie van het woord
winkelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
winkelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van winkel met het achtervoegsel -en
winkelen
- van winkel tot winkel gaan en inkopen doen
- Ze winkelden de hele middag en kwamen voldaan en beladen met allerlei nieuwe kleren weer thuis.
- ▸ Iedereen op Curaçao moet thuisblijven. De regering raadde de inwoners van het eiland aan om te hamsteren. De vervroegde avondklok heeft volgens de DMO-voorzitter niet tot grote ongeregeldheden geleid onder winkelend publiek.[1]
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|
winkelen
- winkelen; van winkel tot winkel gaan en inkopen doen
winkelen
- winkelen; van winkel tot winkel gaan en inkopen doen