winterperiode

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord winterperiode. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord winterperiode, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je winterperiode in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord winterperiode is hier. De definitie van het woord winterperiode zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwinterperiode, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • win·ter·pe·ri·o·de
enkelvoud meervoud
naamwoord winterperiode winterperioden
winterperiodes
verkleinwoord

de winterperiodev

  1. deel van het jaar dat het winter is; deel van het jaar met koud weer
     Vraag is echter of hij ook toestemming krijgt van Team Sky om zijn ambities op de baan waar te maken. Zijn nieuwe ploeg weet nog van niets. "Ze weten dat ik graag op de baan rijd", relativeert Van Baarle, die tot 2020 onder contract staat. "Dat is iets om later in de winterperiode te bespreken."[2]
     Het extreme weerbeeld zet zich in 2017 door, zegt het WMO. Volgens Taalas heeft het gebied rond de Noordpool de afgelopen maanden al drie keer te maken gehad met een soort hittegolf. Ook was in de winterperiode de zee rond de Noordpool heel warm voor de tijd van het jaar.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 15 november 2022 Weblink bron
    NOS Wielrennen
    “Van Baarle wil naar Spelen, maar Sky weet nog van niets” (Maandag 8 januari 2018, 21:44), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 15 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “VN-klimaatexpert: we bevinden ons nu op onbekend terrein” (Dinsdag 21 maart 2017, 03:28), NOS