woog

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord woog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord woog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je woog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord woog is hier. De definitie van het woord woog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwoog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • woog
vervoeging van
wegen

woog

  1. enkelvoud verleden tijd van wegen
    • Ik woog. 
    • Jij woog. 
    • Hij, zij, het woog. 
     ‘Mijn rugzak woog wel 20 kilo, en nu loopt iedereen met dat ultralichte spul.[1]
91 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be