woonblok

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord woonblok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord woonblok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je woonblok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord woonblok is hier. De definitie van het woord woonblok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwoonblok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

woonblok
Uitspraak
Woordafbreking
  • woon·blok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonblok woonblokken
verkleinwoord woonblokje woonblokjes

Zelfstandig naamwoord

het woonbloko

  1. (bouwkunde) een groep aan elkaar vast gebouwde woningen
    • - Sindsdien is de landmacht verder uitgegroeid tot een staat-in-de-staat met een enorme bureaucratie, eigen universiteiten, ziekenhuizen, scholen, muziekkorpsen, dans- en toneelgroepen en dure woonblokken in de grote steden. Generaals met grote industriële en vastgoedbelangen in hun militaire regio’s konden zich decennia permitteren de instructies van de politieke leiding te negeren.  
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Oscar Garschagen 22 november 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be