Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord woonkeuken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord woonkeuken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je woonkeuken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord woonkeuken is hier. De definitie van het woord woonkeuken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwoonkeuken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Er is een A3-tje op de niendeure geplakt: BEL. Maar geluid komt er niet uit. "Misschien zijn de batterijen leeg", zegt de bewoner als hij door een klusjesman is opgetrommeld. De vlotte 50'er gaat voor naar een ruime, hoge woonkeuken. Hij stelt zijn vrouw voor. Beschaafd volk. [2]
Zij bouwen een woonkeuken aan het huis, verwijderen ongevraagd de gezamenlijke schutting en korten de overhangende beukenkroon zomaar in. En dan ook nog die voliére met krijsende vogels in de tuin: Gijs en Marjan worden er gek van. [3]