Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
woonrecht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
woonrecht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
woonrecht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
woonrecht is hier. De definitie van het woord
woonrecht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
woonrecht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het woonrecht o
- officiele toestemming om ergens te mogen wonen
- Joost Eerdmans, voorzitter van het burgercomité, zegt dat hij ook bij premier Rutte en diens collega’s gaat vragen om de invoering van een woonverbod. Eerdmans wil regelen dat als iemand een gebiedsverbod krijgt, diegene dus ook niet in die regio mag wonen. Dat klinkt heel logisch, maar in de praktijk wordt het woonrecht zo goed beschermd dat daders ondanks een gebiedsverbod toch in de buurt van hun slachtoffer mogen blijven wonen.[1]
- De bloot-eigendom is wat de kinderen van hun ouders kopen en daarover moeten ze dan ook overdrachtsbelasting betalen. De ouders houden, zoals gezegd, het vruchtgebruik en als zij nog een tijd leven na de transactie, wordt de waarde daarvan langzaam aan minder. Zij worden tenslotte ouder en daardoor zullen ze ook steeds korter nog gebruik kunnen maken van hun woonrechten. Hun rechten van gebruik en bewoning behouden volgens deze methode echter wel altijd een restwaarde, ongeacht hoe oud ze ook worden.[2]
98 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[3]
|