Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zaadbak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zaadbak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zaadbak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zaadbak is hier. De definitie van het woord
zaadbak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zaadbak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- samenstelling van zaad zn en bak zn [1]
- vermoedelijk als vergelijking met het voerbakje dat bij sommige vogelkooien onderaan de voorzijde uitsteekt [2]
de zaadbak m
- meestal als verkleinwoord zaadbakje: stevige, holle houder voor vogelvoer met een open kant waardoor een vogel of een ander dier eruit kan eten
- De eerste dagen scheen het beest niet te willen tieren. Het fladderde schichtig rond, sloeg zijn kop en vleugels tegen de tralies, spatte al zijn water weg en smeet de zaadbak om. [3]
- (figuurlijk) (verouderd) (straattaal) (Leiden) vooruitstekende onderkin
- voorraaddoos bestemd voor zaaigoed of vogelvoer
- Snel greep hij naar den zaadbak, opende 't venster en strooide 't zaad buiten in de vensterbank. [4]
- (figuurlijk) (vulgair) scrotum
- Trek af, sjeneer je niet, schiet maar es lekker je zaadbakje leeg ... hier tegen me hete kut aan! [5]
- (landbouw) onderdeel van een zaaimachine dat het te verspreiden zaaigoed bevat
- Een trommelzaaier heeft een trommel, die ronddraait. In de trommel zitten gaatjes. De trommel draait langs een zaadbak en pikt de zaadjes daaruit op door het vacuüm in de trommel. Op de plaats van bestemming schraapt een plaat de zaadjes van de trommel waarna deze op de zaaigrond vallen. [6]
- (tuinieren) platte doos die aarde bevat waarin zaadjes kunnen ontkiemen zodat ze beschut kunnen opgroeien voordat ze worden overgeplant naar een plaats waar meer ruimte is om uit te groeien
- Voeg een laag aarde van ongeveer 10 cm toe aan de zaadbak. [7]
- (figuurlijk) (vulgair) vagina
-
1. Deze vogelkooi heeft aan de voorkant zowel links als rechts een zaadbak.
-
3. De zaadbak van een zaaiviool loopt naar beneden taps toe.
-
4. Tuinbonen ontkiemd in een zwarte zaadbak.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Wortel, D.
"Het Leidse stadsdialect: het noordelijkste Vlaams?" in: Kruijsen, J & N. van der Sijs
Honderd jaar stadstaal (1999) Uitgeverij Contact, Amsterdam / Antwerpen; ISBN 9025495532; p. 152, onder "klus"; geraadpleegd 2018-11-29
- ↑
Helman, A.
"'s Mensen heen- en terugweg" in: Omnibus. (1947) Amsterdamsche Boek- en Courantmij., Amsterdam; p. 360; geraadpleegd 2018-11-28
- ↑
Wijthoff, H.
Het klaverblad van vieren. (1901) Allert de Lange, Amsterdam; p. 64; geraadpleegd 2018-11-28
- ↑
Boon, L.P.
Eens, op een mooie avond 5e druk (1996) Arbeiderspers, Amsterdam / Antwerpen; ISBN 9789029503228; p. 112
- ↑
Hendrix, T.
"Zaaimachines verwerken jaarlijks vele honderden miljoenen zaden" in: Onder Glas jrg. 5 nr. 10 (oktober 2008) Horti-Text BV, Woerden; p. 82; geraadpleegd 2018-11-28
- ↑
De Praktijk
Mendels tomatenplantjes (2012) Wageningen UR, Wageningen / Nunhems, Nunhem; p. 6; geraadpleegd 2018-11-28