zeboe

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zeboe. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zeboe, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zeboe in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zeboe is hier. De definitie van het woord zeboe zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzeboe, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ze·boe
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1770 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zeboe zeboes
verkleinwoord zeboetje zeboetjes

de zeboem

  1. (evenhoevigen) Bos primigenius indicus op Wikispecies een zoogdier uit de familie van de holhoornigen (Bovidae) dat voornamelijk in gebieden met een tropisch en subtropisch klimaat in Zuid-Azië en Afrika wordt gehouden. Het dier wordt gekarakteriseerd door de grote bult achter de nek
    • Een zeboe heeft meer zweetklieren dan een Europees rund. 
24 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[2]