zelfbehoud
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zelfbehoud. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zelfbehoud, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zelfbehoud in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zelfbehoud is hier. De definitie van het woord zelfbehoud zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzelfbehoud, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: zelfbehoud (hulp, bestand)
- zelf·be·houd
- samenstelling van zelf en behoud [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zelfbehoud | - |
| verkleinwoord | - | - |
het zelfbehoud o
- de zorg om het eigen leven te bewaren
- Die actie was puur zelfbehoud.
- Het woord zelfbehoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zelfbehoud" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
