zelfverblinding

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zelfverblinding. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zelfverblinding, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zelfverblinding in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zelfverblinding is hier. De definitie van het woord zelfverblinding zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzelfverblinding, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zelf·ver·blin·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfverblinding zelfverblindingen
verkleinwoord

de zelfverblindingv

  1. het niet kunnen of willen zien van de eigen fouten en beperkingen; het te sterk geloven in het eigen gelijk
     We leven op den rand van een vulkaan en de uitbarsting kan plotseling komen. Het zou dwaze zelfverblinding wezen, wanneer men den ernst van den toestand niet inzag.[2]
     'Zowel bij Arco als bij de Gemeentelijke Holding getuigt alles van een totaal, onvoorwaardelijk geloof in Dexia', klonk het. Hij verklaarde de houding van 'zelfverblinding' van bestuurders als een menselijk fenomeen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    L. Vogelaar
    “Troelstra vergist zich” (12-11-2018), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron “Dexia: 'Verpletterende verantwoordelijkheid bij oude management'” (16/12/2011), De Standaard