zepig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zepig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zepig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zepig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zepig is hier. De definitie van het woord zepig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzepig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ze·pig
  • afgeleid van zeep met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zepig zepiger zepigst
verbogen zepige zepigere zepigste
partitief zepigs zepigers -

zepig [1]

  1. eigenschappen van zeep hebbend
    • Deze chips smaakt een beetje zepig, alsof er olie met bloemengeur is gebruikt (maar dat ruik je dus niet); wel zout genoeg (maar ja). [2] 
72 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Productie Monique Snoeijen 13 september 2008
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be