ziekendag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ziekendag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ziekendag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ziekendag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ziekendag is hier. De definitie van het woord ziekendag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanziekendag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zie·ken·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekendag ziekendagen
verkleinwoord ziekendagje ziekendagjes

de ziekendagm

  1. dag waarop iemand ziek is en vrij heeft genomen van zijn of haar werk
    • "...dán juist overviel Neel het eenzaamste gevoel van den ganschen ziekendag".[1] 
  2. een dag die speciaal is ingericht voor de ziekenzalving
  3. een dag waarop activiteiten speciaal voor zieken (en/of ouderen) worden georganiseerd[2]
  1. Israel Querido (1925), De Jordaan: Amsterdamsch epos. Uitg.: Scheltens & Giltay.
  2. De Ahrenberger (27 augustus 2014), "De Veldhovense Ziekendag!".