ziekenhuisdirecteur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ziekenhuisdirecteur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ziekenhuisdirecteur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ziekenhuisdirecteur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ziekenhuisdirecteur is hier. De definitie van het woord ziekenhuisdirecteur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanziekenhuisdirecteur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zie·ken·huis·di·rec·teur
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenhuisdirecteur ziekenhuisdirecteuren
ziekenhuisdirecteurs
verkleinwoord ziekenhuisdirecteurtje ziekenhuisdirecteurtjes

de ziekenhuisdirecteurm

  1. (medisch) (beroep) de directeur van het ziekenhuis.
    • De ziekenhuisdirecteur nam ging met pensioen. 
     Minister Kuipers van Volksgezondheid roept de sectoren in de samenleving op zich voor te bereiden op een nieuwe golf coronabesmettingen in het najaar. "Maak je eigen plan", zegt hij in een gesprek met NOS. Hij reageert daarmee op de kritiek die ziekenhuisdirecteuren, virologen en wetenschappers vanmorgen uitten.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 17 mei 2022 Weblink bron “Ook samenleving zelf moet zich voorbereiden op nieuwe coronagolf, zegt Kuipers” (16 mei 2022), NOS