zoef

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zoef. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zoef, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zoef in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zoef is hier. De definitie van het woord zoef zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzoef, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zoef

zoef

  1. geeft het geluid aan van iets snel voorbijgaat
    • Zoef, zoef en weer was er een week voorbij! 
vervoeging van
zoeven

zoef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeven
    • Ik zoef. 
  2. gebiedende wijs van zoeven
    • Zoef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoeven
    • Zoef je? 
79 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be