zoutbad

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zoutbad. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zoutbad, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zoutbad in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zoutbad is hier. De definitie van het woord zoutbad zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzoutbad, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zoutbad Raffelberg
  • zout·bad
enkelvoud meervoud
naamwoord zoutbad zoutbaden
verkleinwoord

het zoutbado

  1. onderdompeling in zout water als deel van een productieproces
    • Joseph verzorgt en koestert ze. Draait, aait, klopt ruikt en voelt. Kruidenbedje, zoutbadje, alles wat een kaas nodig heeft. Sommige worden ingesmeerd met roet om ze de bijzondere smaak te geven. Andere kazen krijgen hulp van ‘mirben’ (mijt). Minuscule beestjes die niet alleen de kaas eten maar vooral ook de schadelijke schimmels, en dus broodnodig zijn.[2] 
  2. (medisch) baden in zout water dat een geneeskrachtige werking zou hebben
    • Na het kaken eindigen de haringen in een zoutbad en gaan ze minimaal 24 uur in de vriezer om de eventueel aanwezige haringworm te doden.[3] 
    • We rijden naar Bad Salzungen, de pekelstad van Duitsland. Uit de hele wereld komen er mensen op af om de heilzame werking van het eeuwenoude zout te ervaren in een zoutbad of pekelsauna. Ook zout inademen is goed voor de longen.[4] 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf FRANK VAN DER VLEUTEN 11 aug. 2017
  3. de Telegraaf MIKE MULLER 10 jun. 2017
  4. de Telegraaf FRANK VAN DER VLEUTEN 24 mrt. 2017
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be