zwanenpaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwanenpaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwanenpaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwanenpaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwanenpaar is hier. De definitie van het woord zwanenpaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwanenpaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zwanenpaar met 6 jongen
  • zwa·nen·paar
enkelvoud meervoud
naamwoord zwanenpaar zwanenparen
verkleinwoord

het zwanenpaaro

  1. 2 zwanen die samen een koppel vormen
     Eén van de vier kuikens van het zwarte zwanenpaar in het Rogmanspark in Almelo is gesneuveld. Dat gebeurde toen medewerkers van de gemeente het jonge grut probeerden te vangen met een net.[2]
     Ongetwijfeld zal het zeer zachte weer van de afgelopen weken ertoe hebben bijgedragen dat dit zwanenpaar op een natuurvijver in Eibergen al midden in de winter baltsend werd gezien.[3]
     Zwanen staan erom bekend dat ze de ultieme liefdeskoppels vormen. Een zwanenpaar in de omgeving van Amsterdam heeft dit vandaag eens te meer bewezen. De vogels stierven allebei een tragische dood, maar bleven waarschijnlijk tot het einde bij elkaar.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Zwart zwaantje in Almelo sneuvelt” (20-03-2007), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Flirtende zwanen in Eibergse natuurvijver wachten lente niet af” (24-01-2015), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron
    Annick van der Peet
    “Zwanenkoppel blijft elkaar trouw tot tragisch einde” (05-10-2017), Tubantia