zwartrijder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwartrijder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwartrijder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwartrijder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwartrijder is hier. De definitie van het woord zwartrijder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwartrijder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zwart·rij·der
enkelvoud meervoud
naamwoord zwartrijder zwartrijders
verkleinwoord zwartrijdertje zwartrijdertjes

de zwartrijderm

  1. iemand die zwartrijdt, iemand die van het openbaar vervoer gebruikmaakt zonder te betalen
     Mijn vader reed als zwartrijder met hem mee.[1]
  2. iemand die nalaat wegenbelasting te betalen
    • Bij een grootscheepse controle werd de zwartrijder aangehouden. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jessica Merkens
    “Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026360930
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be