aansmeden

Hello, you have come here looking for the meaning of the word aansmeden. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word aansmeden, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say aansmeden in singular and plural. Everything you need to know about the word aansmeden you have here. The definition of the word aansmeden will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofaansmeden, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

Compound of aan +‎ smeden.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈaːnˌsmeː.də(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: aan‧sme‧den

Verb

aansmeden

  1. (transitive) to forge together, to forge into one
    Hij vroeg aan de smid of zij dit kon aansmeden.
    He asked the smith whether she could forge this together.
  2. (transitive, with the recipient as an optional indirect object, of bonds and collars, obsolete) to put (restraints) into place, either forged shut or fastened in another way
    O hoe wogen die gruwelijke boeien, door een duivels man hun aangesmeed.
    Oh, how heavy weighed those gruesome bonds, placed onto them by a devilish man.

Inflection

Conjugation of aansmeden (weak, separable)
infinitive aansmeden
past singular smeedde aan
past participle aangesmeed
infinitive aansmeden
gerund aansmeden n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular smeed aan smeedde aan aansmeed aansmeedde
2nd person sing. (jij) smeedt aan smeedde aan aansmeedt aansmeedde
2nd person sing. (u) smeedt aan smeedde aan aansmeedt aansmeedde
2nd person sing. (gij) smeedt aan smeedde aan aansmeedt aansmeedde
3rd person singular smeedt aan smeedde aan aansmeedt aansmeedde
plural smeden aan smeedden aan aansmeden aansmeedden
subjunctive sing.1 smede aan smeedde aan aansmede aansmeedde
subjunctive plur.1 smeden aan smeedden aan aansmeden aansmeedden
imperative sing. smeed aan
imperative plur.1 smeedt aan
participles aansmedend aangesmeed
1) Archaic.