afvragen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word afvragen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word afvragen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say afvragen in singular and plural. Everything you need to know about the word afvragen you have here. The definition of the word afvragen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofafvragen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From af +‎ vragen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɑfraːɣə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: af‧vra‧gen

Verb

afvragen

  1. (reflexive) to wonder

Conjugation

Conjugation of afvragen (strong class 6 with weak past participle, separable)
infinitive afvragen
past singular vroeg af
past participle afgevraagd
infinitive afvragen
gerund afvragen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular vraag af vroeg af afvraag afvroeg
2nd person sing. (jij) vraagt af, vraag af2 vroeg af afvraagt afvroeg
2nd person sing. (u) vraagt af vroeg af afvraagt afvroeg
2nd person sing. (gij) vraagt af vroegt af afvraagt afvroegt
3rd person singular vraagt af vroeg af afvraagt afvroeg
plural vragen af vroegen af afvragen afvroegen
subjunctive sing.1 vrage af vroege af afvrage afvroege
subjunctive plur.1 vragen af vroegen af afvragen afvroegen
imperative sing. vraag af
imperative plur.1 vraagt af
participles afvragend afgevraagd
1) Archaic. 2) In case of inversion.
Conjugation of afvragen (weak, separable)
infinitive afvragen
past singular vraagde af
past participle afgevraagd
infinitive afvragen
gerund afvragen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular vraag af vraagde af afvraag afvraagde
2nd person sing. (jij) vraagt af, vraag af2 vraagde af afvraagt afvraagde
2nd person sing. (u) vraagt af vraagde af afvraagt afvraagde
2nd person sing. (gij) vraagt af vraagde af afvraagt afvraagde
3rd person singular vraagt af vraagde af afvraagt afvraagde
plural vragen af vraagden af afvragen afvraagden
subjunctive sing.1 vrage af vraagde af afvrage afvraagde
subjunctive plur.1 vragen af vraagden af afvragen afvraagden
imperative sing. vraag af
imperative plur.1 vraagt af
participles afvragend afgevraagd
1) Archaic. 2) In case of inversion.