<span class="searchmatch">blinkt</span> (obsolete) simple past and past participle of blink Rhymes: -ɪŋkt <span class="searchmatch">blinkt</span> inflection of blinken: second/third-person singular present indicative...
<span class="searchmatch">blinkt</span> uit inflection of uitblinken: second/third-person singular present indicative (archaic) plural imperative uitblinkt...
uitblinkt second/third-person singular dependent-clause present indicative of uitblinken <span class="searchmatch">blinkt</span> uit...
/ˈblɪŋkən/, [ˈblɪŋkən], [ˈblɪŋkŋ̩] blinken (weak, third-person singular present <span class="searchmatch">blinkt</span>, past tense blinkte, past participle geblinkt, auxiliary haben) to blink...
Speel je graag gezelschapspelen? – Do you like to play board games? Hij <span class="searchmatch">blinkt</span> uit in denkspelen. – He excels at thinking games. The diminutive spelletje...
(jij) <span class="searchmatch">blinkt</span> uit, blink uit2 blonk uit uitblinkt uitblonk 2nd person sing. (u) <span class="searchmatch">blinkt</span> uit blonk uit uitblinkt uitblonk 2nd person sing. (gij) <span class="searchmatch">blinkt</span> uit...
2nd singular blinkst blonkst clitic form blinksto blonksto 3rd singular <span class="searchmatch">blinkt</span> blonk plural blinke blonken imperative blink participles blinkend blonken...
Danish: det er ikke alt guld som glimrer Dutch: het is niet alles goud wat er <span class="searchmatch">blinkt</span> Esperanto: ne ĉio brilanta estas diamanto Faroese: ikki er alt gull, ið...