onderrichten

Hello, you have come here looking for the meaning of the word onderrichten. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word onderrichten, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say onderrichten in singular and plural. Everything you need to know about the word onderrichten you have here. The definition of the word onderrichten will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofonderrichten, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From Middle Dutch onderrichten. Equivalent to onder- +‎ richten.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌɔn.dərˈrɪx.tə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: on‧der‧rich‧ten
  • Rhymes: -ɪxtən

Verb

onderrichten

  1. (transitive) to teach, to educate
    Synonym: onderwijzen
    De docent onderrichtte de studenten over de basisprincipes van wiskunde.
    The teacher taught the students the basics of mathematics.
    Het is belangrijk om kinderen goed te onderrichten en hen de nodige kennis en vaardigheden bij te brengen.
    It is important to educate children well and impart them with the necessary knowledge and skills.
    De universiteit heeft een team van ervaren professoren die verschillende vakken onderrichten aan de studenten.
    The university has a team of experienced professors who teach various subjects to the students.

Conjugation

Conjugation of onderrichten (weak, prefixed)
infinitive onderrichten
past singular onderrichtte
past participle onderricht
infinitive onderrichten
gerund onderrichten n
present tense past tense
1st person singular onderricht onderrichtte
2nd person sing. (jij) onderricht onderrichtte
2nd person sing. (u) onderricht onderrichtte
2nd person sing. (gij) onderricht onderrichtte
3rd person singular onderricht onderrichtte
plural onderrichten onderrichtten
subjunctive sing.1 onderrichte onderrichtte
subjunctive plur.1 onderrichten onderrichtten
imperative sing. onderricht
imperative plur.1 onderricht
participles onderrichtend onderricht
1) Archaic.

Derived terms

Descendants

  • Afrikaans: onderrig
  • Negerhollands: onderricht, onderrigt