bouwer (“builder, constructor”). IPA(key): /ˈsxeːpsˌbɑu̯ər/ Hyphenation: scheeps‧bou‧wer <span class="searchmatch">scheepsbouwer</span> m (plural <span class="searchmatch">scheepsbouwers</span>) shipbuilder scheepsbouw...
<span class="searchmatch">scheepsbouwers</span> plural of <span class="searchmatch">scheepsbouwer</span>...
IPA(key): /ˈsxeːps.bɑu̯/ Hyphenation: scheeps‧bouw scheepsbouw m (uncountable) (nautical, construction) shipbuilding scheepsbouwmaatschappij <span class="searchmatch">scheepsbouwer</span>...
scheepsbemanning scheepsbevrachter scheepsblok scheepsboot scheepsbouw <span class="searchmatch">scheepsbouwer</span> scheepshuid scheepsjongen scheepsjournaal scheepskameel scheepskanon...
knows; I have no idea; I don't know 1951, A. Vreugdenhil, Koningen, <span class="searchmatch">scheepsbouwers</span> en zeevaarders, H.J. Paris (publ.), page 151. Waar het verschil in zit...
(zàochuán gōngrén), 船匠 (zh) (chuánjiàng) Danish: skibsbygger c Dutch: <span class="searchmatch">scheepsbouwer</span> (nl) Finnish: laivanveistäjä German: Schiffsbauer (de) m, Schiffbauer m...