From scheep (“ship”) + -s- + wrak. Hyphenation: scheeps‧wrak <span class="searchmatch">scheepswrak</span> n (plural scheepswrakken, diminutive scheepswrakje n) shipwreck...
scheepswrakje n (plural scheepswrakjes) diminutive of <span class="searchmatch">scheepswrak</span>...
shipbreach (event where a ship sinks or runs aground) scheepsramp schipbreukeling schipbreukig schipbreken schipbroken Afrikaans: skipbreuk <span class="searchmatch">scheepswrak</span>...
scheepsmast scheepsromp scheepsruim scheepsschroef scheepsvolk scheepsvracht <span class="searchmatch">scheepswrak</span> scheepvaart schipbreuk Afrikaans: skip → Northern Ndebele: isikepe →...
overlijden. ― Henk was an emotional wreck after Anna's death. autowrak <span class="searchmatch">scheepswrak</span> vliegtuigwrak wrakgoed Afrikaans: wrak wrak (not comparable) defective...
(chénchuán) Czech: vrak (cs) m Danish: skibsvrag (da) n, vrag n Dutch: <span class="searchmatch">scheepswrak</span> (nl) n, wrak (nl) n Estonian: laevavrakk Finnish: hylky (fi) French:...