toesturen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word toesturen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word toesturen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say toesturen in singular and plural. Everything you need to know about the word toesturen you have here. The definition of the word toesturen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition oftoesturen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From toe +‎ sturen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈtuˌsty.rə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: toe‧stu‧ren

Verb

toesturen

  1. (transitive) to send, to dispatch
    En leest u eens de artikelen die ik u hierbij toestuur.
    And please read the articles I am sending you herewith.

Conjugation

Conjugation of toesturen (weak, separable)
infinitive toesturen
past singular stuurde toe
past participle toegestuurd
infinitive toesturen
gerund toesturen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular stuur toe stuurde toe toestuur toestuurde
2nd person sing. (jij) stuurt toe, stuur toe2 stuurde toe toestuurt toestuurde
2nd person sing. (u) stuurt toe stuurde toe toestuurt toestuurde
2nd person sing. (gij) stuurt toe stuurde toe toestuurt toestuurde
3rd person singular stuurt toe stuurde toe toestuurt toestuurde
plural sturen toe stuurden toe toesturen toestuurden
subjunctive sing.1 sture toe stuurde toe toesture toestuurde
subjunctive plur.1 sturen toe stuurden toe toesturen toestuurden
imperative sing. stuur toe
imperative plur.1 stuurt toe
participles toesturend toegestuurd
1) Archaic. 2) In case of inversion.