<span class="searchmatch">uitwaaierden</span> inflection of uitwaaieren: plural dependent-clause past indicative (dated or formal) plural dependent-clause past subjunctive uitwaaierend...
uitwaaierend present participle of uitwaaieren <span class="searchmatch">uitwaaierden</span>, waaierden uit...
waaierden uit inflection of uitwaaieren: plural past indicative (dated or formal) plural past subjunctive <span class="searchmatch">uitwaaierden</span>, uitwaaierend...
uitwaaiert uitwaaierde plural waaieren uit waaierden uit uitwaaieren <span class="searchmatch">uitwaaierden</span> subjunctive sing.1 waaiere uit waaierde uit uitwaaiere uitwaaierde subjunctive plur...