veroorzaken

Hello, you have come here looking for the meaning of the word veroorzaken. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word veroorzaken, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say veroorzaken in singular and plural. Everything you need to know about the word veroorzaken you have here. The definition of the word veroorzaken will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofveroorzaken, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From oorzaak +‎ ver- -en.

Pronunciation

  • IPA(key): /vərˈoːrˌzaːkə(n)/,
  • (file)

Verb

veroorzaken

  1. to cause

Inflection

Inflection of veroorzaken (weak, prefixed)
infinitive veroorzaken
past singular veroorzaakte
past participle veroorzaakt
infinitive veroorzaken
gerund veroorzaken n
present tense past tense
1st person singular veroorzaak veroorzaakte
2nd person sing. (jij) veroorzaakt veroorzaakte
2nd person sing. (u) veroorzaakt veroorzaakte
2nd person sing. (gij) veroorzaakt veroorzaakte
3rd person singular veroorzaakt veroorzaakte
plural veroorzaken veroorzaakten
subjunctive sing.1 veroorzake veroorzaakte
subjunctive plur.1 veroorzaken veroorzaakten
imperative sing. veroorzaak
imperative plur.1 veroorzaakt
participles veroorzakend veroorzaakt
1) Archaic.

Derived terms

Descendants

  • Afrikaans: veroorsaak